Volgens de legende was de heuvel van Corton ooit uitsluitend beplant met rode druivenrassen en dat Karel de Grote zelf een voorliefde had voor deze wijnen. Helaas zijm de rode druivenrassen verdwenen. Karel de Grote besloot daarom de wijngaarden te herplanten met witte druiven om zijn favoriete wijn te blijven drinken. De Faiveley familie kocht dit perceel in 1874 samen met de Corton "Clos des Cortons Faiveley" Grand Cru Monopole. De druiven worden met de hand geplukt en gesorteerd. De most wordt geëxtraheerd met een pneumatische pers alvorens te worden afgewikkeld. Vinificatie duurt 4 weken en vindt plaats in Franse eikenhouten vaten (50-60% waarvan nieuw eiken) in onze kelders bij constante, natuurlijke temperaturen. De wijnen worden vaak geroerd om de wijn in contact te houden met de droesem en vervolgens te rijpen voor 18 maanden. Hierdoor kunnen ze ook een uitstekende spanning en aromatische complexiteit behouden als een zacht, delicaat gehemelte.